Openingstijden: 08:00 tot 17:00u


Meer informatie over diabetes, COPD, CVRM en SMR

Chronische zorg

Informatie

Goede zorg voor mensen met een chronische ziekte begint bij een zorgstandaard. Een heldere beschrijving van de zorg en de multidisciplinaire organisatie daarvan, waarbij de patiënt centraal staat. Inmiddels zijn er onder meer zorgstandaarden ontwikkeld voor diabetes, hart- en vaatziekten, copd, kanker en niet-aangeboren hersenletsel.

Je vindt ze in dit thema, evenals praktische hulpmiddelen, educatiemateriaal, individuele zorgplannen en vragenlijsten ter voorbereiding op een consult.

Diabetes

Diabetes is een van de grootste volksziektes in Nederland. Ga maar na: Nederland telt naar schatting ruim 1,2 miljoen mensen met diabetes. Hieronder lees je wat diabetes is, hoe het ontstaat en hoe je kunt ontdekken of je zelf diabetes hebt.

Bij veel mensen is diabetes beter bekend als suikerziekte. Diabetes heeft dan ook alles te maken met suiker, of nauwkeuriger gezegd met glucose, dat afkomstig is van koolhydraten. Want wie diabetes heeft, heeft te veel glucose in zijn of haar bloed.

Insuline is belangrijk

Door te eten en te drinken krijg je glucose binnen. Je bloed vervoert die glucose vervolgens naar al je lichaamscellen en met behulp van de stof insuline kan de glucose die lichaamscellen binnendringen. Zo krijgen de cellen de brandstof die ze nodig hebben.
Die stof insuline is erg belangrijk, want zonder insuline komt de glucose de cellen niet in. Insuline opent als het ware de cellen. Wie diabetes heeft, maakt te weinig of zelfs geen insuline aan of heeft cellen die minder gevoelig zijn voor insuline. De glucose kan dan dus onvoldoende de cellen in. De cellen krijgen daardoor niet genoeg brandstof en je lichaam krijgt daardoor te weinig energie.

Welke soorten diabetes zijn er?

De bekendste vormen van diabetes zijn type 1-diabetes en type 2-diabetes. Er zijn nog wel andere vormen van diabetes, zoals bijvoorbeeld zwangerschapsdiabetes, maar type 1 en vooral type 2 komen verreweg het meest voor. Nederland telt naar schatting 1 miljoen mensen met diabetes. Zo’n 85-90 procent daarvan heeft type 2-diabetes. 250.000 mensen hebben diabetes, maar weten dit zelf niet. (Bron: Kijkopdiabetes.nl)

Diabetes type 1

Type 1-diabetes wordt vaak jeugddiabetes genoemd, omdat de ziekte meestal ontstaat vóór het dertigste levensjaar. Deze vorm van diabetes komt relatief weinig voor.

Kenmerk van type 1-diabetes is dat het lichaam (of preciezer: de alvleesklier) weinig of helemaal geen insuline meer maakt. De glucose blijft dus in het bloed zitten. Als er lang veel glucose in het bloed zit, kan dat schade aanrichten in het lichaam. De oorzaak van diabetes  type 1 is niet bekend, en de enige behandeling bestaat uit injecties met insuline.

Diabetes type 2

Type 2-diabetes kwam in het verleden veel voor bij mensen boven de veertig jaar. Het stond dan ook bekend als ouderdomsdiabetes. Tegenwoordig komt de ziekte bij alle leeftijden voor, zelfs bij kinderen! Bij type 2 diabetes spelen twee oorzaken een rol. Allereerst het minder gevoelig worden van de cellen voor insuline (insulineresistentie), waardoor glucose minder goed de cellen in kan. Als tweede produceren de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier minder insuline en te veel glucagon. De eilandjes van Langerhans functioneren als het ware niet meer goed. Door beide bovengenoemde processen wordt het glucose in je bloed niet meer goed verwerkt, waardoor je bloedglucose gaat stijgen.

COPD

Bij COPD zijn uw longen beschadigd. Ademen is moeilijker en u heeft minder energie. De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte). Als u COPD heeft ademt u moeilijker omdat uw longen beschadigd zijn. U heeft minder zuurstof. Daardoor kunnen normale dingen lastig zijn. Zoals traplopen, boodschappen doen of aankleden. Uw longen kunnen niet voldoende zorgen voor een goede ademhaling. Vergelijk het met een tankwagen waar zo’n tienduizend liter zuurstof in kan. Een gezonde volwassene heeft ongeveer die hoeveelheid zuurstof per dag nodig. Bij COPD lukt het soms maar om een halve tankwagen per dag in- en uit te ademen.

Chronische bronchitis

Bij chronische bronchitis zijn uw bronchiën steeds ontstoken. De bronchiën zijn de vertakkingen van uw luchtpijp naar uw longen. Daardoor maakt uw lichaam meer slijm aan en is ademhalen lastiger.

Longemfyseem

Bij longemfyseem of emfyseem gaan er langzaam longblaasjes verloren. De longblaasjes zorgen ervoor dat zuurstof na het inademen in uw bloed komt. En dat u afvalstoffen weer kunt uitademen. Hoe minder longblaasjes er zijn, hoe moeilijker dit wordt. Hierdoor kunt u het benauwd krijgen.

Anderen met COPD

COPD gaat niet meer over. Dat kan veel emoties losmaken. Heeft uw arts u verteld dat u COPD heeft? Mogelijk bent u boos of angstig over de toekomst. Dat zijn hele normale reacties. Praat erover, bijvoorbeeld met uw arts of met andere mensen met COPD.

Cijfers over COPD

In ons land hebben bijna 600.000 mensen COPD. COPD komt op de zesde plaats van ziektes die de hoogste sterfte in Nederland veroorzaken. De Wereld Gezondheids organisatie (WHO) voorspelt dat COPD in 2020 de derde doodsoorzaak is. COPD komt meestal pas voor op oudere leeftijd, maar soms door een erfelijke ziekte eerder.

Hart en vaatziekten

De zorg voor hart- en vaatziekten wordt ook wel CVRM genoemd. Dit staat voor ‘cardiovasculair risicomanagement’; het opsporen en behandelen van risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Cardiovasculaire ziekten zijn ziekten van het hart en de bloedvaten, zoals een hartinfarct, angina pectoris (pijn op de borst), herseninfarct en TIA.

Hart- en Vaatziekten (HVZ) behoren nog steeds tot de ziektebeelden die de hoogste ziektelast in Nederland veroorzaken. Naar ruwe schatting zijn er circa 1 miljoen personen met HVZ in Nederland. De kans op hart- en vaatziekten wordt groter naarmate men ouder wordt. Andere factoren die het risico verhogen zijn: roken, verhoogd cholesterol, hoge bloeddruk, overgewicht, diabetes mellitus (suikerziekte) en reumatoïde artritis. Bij een verhoogd risico op HVZ start een behandeling voor het verlagen van dit risico. Het naleven van een goede leefstijl is belangrijk: voldoende bewegen, gezond eten en niet roken verlagen het risico op hart- en vaatziekten. Pas als deze gezonde leefstijl uw risico niet voldoende verlaagt, wordt gestart met medicatie. Medicatie kan gegeven worden om bijvoorbeeld uw cholesterol of bloeddruk te verlagen. Goed risicomanagement is een partnerschap tussen de patiënt en het behandelteam, waarbij de patiënt een centrale rol vervult.

De huisarts

De huisarts stelt vast wanneer er sprake is van een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en licht de patiënt hierover in. Op basis van de resultaten van het onderzoek, wordt er samen met de patiënt een behandelplan afgesproken. In dit behandelplan kunnen afspraken gemaakt worden over voorlichting door bijvoorbeeld de praktijkondersteuner. Daarnaast kan het voorkomen dat in het behandelplan ook afspraken over leefstijl of medicatie worden gemaakt. De jaarlijkse controles zal de huisarts laten uitvoeren door de praktijkondersteuner of doktersassistente.

De diëtist

Leefstijl en eetpatroon zijn van grote invloed op ontstaan en verloop van hart- en vaatziekten. Vaak zijn patiënten die hart- en vaatziekten hebben of een verhoogd risico hierop hebben, onvoldoende bewust van hun eigen mogelijkheden om hun risico te verlagen. Ze zijn vaak te zwaar, niet fit en hun voedingspatroon is vaak ongezond. De diëtist is de voedingsdeskundige bij uitstek. De diëtist geeft uitleg over het verband tussen leefstijl en de ontwikkeling van hart- en vaatziekten en probeert de patiënten te motiveren hun leefpatroon te veranderen. Een patiënt die veel beweegt en gezond eet voelt zich veel fitter en kan vaak ook lange tijd zonder medicatie voor bijvoorbeeld hoge bloeddruk of te hoog cholesterol.

Stoppen met roken

De praktijkondersteuner kan u helpen met stoppen met roken. Maak hiervoor een afspraak.